Gizmo alias Gijs

 

Geboren 14 februari 1993

Overleden op 27 juli 2006

 

Voor sommigen slechts een kat

Voor ons veel meer dan dat

 

 

 

In het voorjaar van 2000 is Gijs bij ons komen wonen. In maart van dat jaar hadden we net afscheid genomen van Ollie en dat verdriet was nog zeer voelbaar, dus echt toe aan een andere kat waren we nog helemaal niet. Maar dit was toch wel een heel ander verhaal. 

Gijs (door ons zo omgedoopt, eigenlijke naam was Gizmo) woonde bij een vriendinnetje van onze dochter. Alleen was hij daar zeker niet. Hij woonde in een klein arbeidershuisje met baasje en bazinnetje, 4 kinderen,  5 honden, 5 katten, een aantal vogels en (tamme) ratten. We waren er een aantal keer geweest om dochterlief op te halen en het was er steeds een drukte van jewelste.

Zat je aan een bakkie koffie dan kwam steevast Gijs even een portie aandacht halen. Hij ging op de tafel tussen jou en je kopje liggen zodat je hoe dan ook, niet om hem heen kon. Ik vond het steeds vertederend maar zijn toenmalige baasjes dachten daar heel anders over: het was een vervelende kat die je constant achterna liep en liep te zeuren! 

In dat voorjaar gingen de ouders van dat vriendinnetje scheiden en ‘verdwenen’ er ineens dieren, naar het asiel of waar dan ook heen. We maakten ons hierover best zorgen maar ja, je wilt je er ook niet mee bemoeien. Op een zaterdag kwamen we ze tegen in de stad en zomaar ineens kwam de vraag: “willen jullie die boskat niet hebben?”. Om Gijs verdere ellende te besparen en omdat hij allang ons hart had veroverd hoefden we hier niet lang over na te denken! Een stamboom hebben we nooit gezien, ook niet naar gevraagd trouwens. Hij kreeg een nieuw leven en dat was voor ons het voornaamste. 

De eerste dagen leek het goed te gaan met Gijs. Hij bekommerde zich in het geheel niet om de hond of om Stan, onze hoog bejaarde HTK-poes. Alleen zijn eetgewoonten waren vreemd. Hij kon je vreemd staan aankijken als hij, wederom, alleen maar droge brokken voorgeschoteld kreeg. Daartegenover stond, dat als je eens macaroni of iets dergelijks op tafel had staan, hij helemaal wild werd: dat vond ‘ie dus wel lekker. Daar moest dus echt verandering in komen, we wilden hem wel graag gezond hebben.

Na een paar dagen ging het mis. Hij begon bloed te spugen en voelde zich zichtbaar niet lekker. De dierenarts had na een aantal onderzoekjes en foto’s de oorzaak al snel gevonden: zijn maagwand was gescheurd, waarschijnlijk door fysiek geweld. Dan schrik je toch wel even. Gelukkig is hij hier heel goed doorheen gekomen met dank aan de dierenarts die het verhaal van Gijs en de nieuwe kansen die hij kreeg zo bijzonder vond, dat we voor de operatie zelf nooit iets hebben hoeven te betalen. En o, wat waren wij blij dat we hem weg hadden gehaald en dat hij deze kans kreeg. 

Gijs ontwikkelde zich weer tot een echte Noorse Boskat. Prachtig in zijn jasje en genoot zichtbaar van het goede leven. Hij wilde wel naar buiten, terwijl wij altijd binnenkatten hadden gehad. Maar ver ging hij nooit. Was hij buiten, hoefde je alleen maar te roepen en daar was ‘ie weer. Kon heerlijk liggen genieten buiten op tafel in het zonnetje. Ging mee wandelen met de hond, een kameraad voor het leven dus! Onvoorstelbaar dat hij ondanks zijn verleden, nog zoveel vertrouwen had in de mens. 

 

Hij heeft verder nooit gezondheidsklachten gehad, kwam alleen maar bij de dierenarts voor de inentingen. Tot hij in juli 2006 ineens, wat leek, een epileptische aanval kreeg. Voor zijn voerbakje ging hij ineens onderuit en lag te spartelen op de grond. Hij krabbelde weer overeind en ging verder met eten alsof er niets was gebeurd. Een paar dagen later stond ‘ie voor de voordeur. Ik deed de deur open om hem naar binnen te laten en ben me helemaal rot geschrokken. Gijs kwam met zijn achterlijf achter zich aanslepend naar binnen. Alsof hij verlamd was, alsof hij was aangereden. Met spoed naar de dierenarts. Er waren geen aanwijzingen van een aanrijding maar de verlamming leek blijvend, dat zou niet meer over gaan. Daar sta je dan, alleen en er wordt van je verwacht een beslissing te nemen. Ik had geen andere keus en moest hem laten gaan. Wat ben ik daar kapot gegaan!  

Een paar dagen later kwam de uitslag: hij had een hersentumor. Achteraf hebben we eigenlijk best seintjes gehad. Soms vergat Gijs gewoon dat hij door de achterdeur net binnen was gelaten, liep dan rechtstreeks door naar de voordeur om weer naar buiten te gaan. En we hebben hem ook al eens uit het asiel moeten ophalen, was hij een paar straten verderop gevonden. Waarschijnlijk is hij toen simpelweg de weg kwijt geraakt.

Ontroostbaar waren we en nu ik dit zo weer naar boven haal, is het gemis er nog steeds. Maar hij is altijd bij ons, staat in een prachtige urn in onze woonkamer. Die ereplaats verdiend hij ook zeker. Want het is Gijs die ons heeft laten kennismaken met dit prachtige ras en hij is het ook die ons heeft besmet met het welbekende Norenvirus.

We krijgen Gijs er nooit mee terug maar onze cattery is vooral ook een eerbetoon aan hem.